Discussies tijdens de workshop – de beste methodes
Inhoud:
Discussies zijn een essentieel onderdeel van elke workshop. Want tijdens de onderlinge uitwisseling doen de deelnemers pas de kennis op die ze later mee naar huis nemen. Het is dus des te belangrijker dat u er bij de planning van uw workshop op let dat u geschikte discussiemethodes kiest en dat u de volgorde en samenstelling van de discussiegroepen nauwkeurig op elkaar afstemt. In dit artikel geven we een overzicht van de sterke en zwakke punten en van de toepassingsgebieden van de populairste discussiemethodes.
De juiste oefening op het juiste moment
Laten we onszelf niets wijsmaken: de meeste workshopleiders hebben hun favoriete oefeningen. De bekende standaardmethodes zoals brainstorming of groepsdiscussies zijn snel voor te bereiden en leiden in de meeste gevallen tot bevredigende resultaten. Als er bijvoorbeeld ideeën moeten worden bedacht, dan is een eenvoudige. meestal wel prima, maar zelden echt optimaal.
Plan uw groepsactiviteiten dus liever niet op de automatische piloot, maar denk er goed over na welke oefeningen geschikt zijn voor de thema's die u wilt behandelen. Groepswerken zijn complexe intellectuele en sociale processen. Ook voor ervaren workshopleiders is het daarom soms moeilijk in te schatten hoe de deelnemers zich tijdens een oefening zullen gedragen en welk effect dit uiteindelijk op hen zal hebben.
Houd rekening met de verwachte grootte en samenstelling van uw groep als u de oefening plant. Normaal gesproken zijn personeelsontwikkelaars hierbij in het voordeel, omdat ze veel deelnemers persoonlijk kennen en hen idealiter al in een workshopsituatie hebben meegemaakt. Met deze voorkennis kunnen risicofactoren, zoals gebrek aan "spelplezier" van de deelnemers, op tijd herkend worden en wordt hier bij de planning al rekening mee gehouden.
Discussies tijdens de workshop
Door discussies vormen uw deelnemers hun meningen en kunnen ze deze in een gesprek met andere deelnemers uitdiepen. Controversiële onderwerpen die de deelnemers persoonlijk raken, worden daarbij vaak op een verhitte manier uitgevochten. Als u uw deelnemers wilt motiveren om out of the box te denken, dan is een discussie daarom meestal niet het juiste soort oefening.
Opkomen voor persoonlijke meningen tijdens een workshop hoeft echter niet altijd iets negatiefs te zijn: mensen met een helder standpunt leveren een effectieve bijdrage aan de workshop. Toch is het van belang dat er het best geen "kampen" gevormd worden met een gesloten, vaste mening die ze onderling bevestigen. In het ergste geval kan een dergelijke groepsmentaliteit ertoe leiden dat deelnemers bij latere oefeningen niet openstaan voor nieuwe ideeën en standpunten. Denken in bubbels kan dus de effectiviteit van uw workshop aanzienlijk verminderen.
Opdat de deelnemers geen kampen vormen, moet u de discussiegroepen zodanig samenstellen dat in elke groep verschillende standpunten vertegenwoordigd zijn. Meestal volstaat het al om de deelnemers volgens de sociometrische methodes in te delen, bijvoorbeeld door oudere met jongere deelnemers te laten discussiëren. U kunt uw deelnemers aan het begin van de oefening ook gewoon vragen om zichzelf grofweg binnen een meningsspectrum in te delen, zodat u de groepen aan de hand van deze informatie kunt samenstellen.
De fluistergroep (duur: 15+ minuten)
De fluistergroep is een simpele en effectieve discussiemethode, want ze vereist nauwelijks input en voorbereiding van u, activeert alle deelnemers in gelijke mate en stimuleert uw deelnemers tot een intensieve uitwisseling. Fluistergroepen zijn geschikt om tijdens een workshop sfeerbeelden te creëren en deelnemers met de standpunten van andere deelnemers te confronteren.
Maak voor deze oefening kleine groepen met niet meer dan drie deelnemers. Deze groepen moeten zo heterogeen mogelijk worden gevormd: het gaat er vooral om dat mensen met elkaar praten die nog niet eerder met elkaar over het thema hebben gesproken.
Geef een vraag op en laat de groepjes met elkaar in discussie gaan. Loop door de ruimte, luister en maak in gedachten de eerste notities. Na maximaal 10 minuten, maar eventueel ook eerder als u merkt dat er stiltes vallen, moet u de discussie beëindigen. Geef de groepen nog twee tot drie minuten om te bespreken over welke punten ze het eens en oneens zijn en verzamel dan in de volledige groep de standpunten van de afzonderlijke groepen.
De fishbowl-discussie (duur: 30+ minuten)
Bij de fishbowl-methode gaat het om een discussiemethode met woordvoerders. Dat betekent: in plaats van dat de volledige groep discussieert, laten de deelnemers woordvoerders met elkaar praten. Zij discussiëren in een kleine stoelkring in het midden, terwijl de rest van de deelnemers in een grotere kring daaromheen zit.
Een fishbowl-discussie staat en valt met de keuze van de woordvoerders. Het is aan u of u vrijwilligers in de "goudviskom" stopt of uw deelnemers laat kiezen door te stemmen. Formuleer vooraf de centrale vraag van de discussie en maak een overzicht van de verschillende standpunten van uw deelnemers over het onderwerp. Een discussie is alleen leerzaam als er wrijvingspunten zijn. Nodig daarom deelnemers uit met de meest uiteenlopende meningen.
Als alternatief kunt u uw deelnemers ook eerst in kleine groepen (5-7 personen) over de vraag laten discussiëren. Na de discussie in de kleine groepjes kiest elke groep een woordvoerder voor de fisbowl. U loopt dan weliswaar het risico dat de samenstelling van de fishbowl te homogeen is, maar uw deelnemers zullen dan wel beter geactiveerd en geïnformeerd de oefening aangaan.
Ook al staan bij deze methode de woordvoerders in de fishbowl in het middelpunt, u heeft meerdere opties om ook de andere deelnemers te activeren. De eenvoudigste oplossing: individuen aan het woord laten en vragen toestaan. Hoewel dat iets meer inzet van u vraagt, geeft het de deelnemers de kans om de discussie te sturen met plotselinge ingevingen en vragen te stellen als ze bijna de draad kwijt zijn.
Veel workshopleiders gebruiken de »lege stoel« om tijdens een fishbowl-discussie de rest van de groep geactiveerd te houden. Stel voor deze fishbowl-variant een extra stoel in de binnenste kring. Als iemand tijdens de discussie iets wil bijdragen, gaat hij of zij op deze lege stoel zitten en mengt zich zo in de discussie. Omdat er altijd een stoel vrij moet blijven, moet iemand anders de ronde verlaten wanneer iemand op de lege stoel gaat zitten. Bepaal voor de discussie samen met de groep hoe u deze afspraak wilt handhaven. Woordvoerders kunnen bijvoorbeeld deelnemers een high five geven en ze zo tot de discussieronde laten toetreden. Of u vertrouwt erop dat de fishbowl-groep in staat is om onderling af te spreken wie de cirkel verlaat.
Houd tijdens de fishbowl-discussie resultaten, ideeën en meningen bij en wees niet bang om in de discussie in te grijpen als deze uit de hand dreigt te lopen. Aan het einde van de oefening komt de groep overeen wat de belangrijkste resultaten zijn. Dit mogen zeker ook tegenstrijdige meningen zijn.
Het stationsgesprek (duur: 20+ minuten)
Als u meerdere vragen, die even belangrijk zijn, in een oefening wilt behandelen, loont het om een stationsgesprek te houden. Hierbij lopen kleine groepjes van idealiter 5 à 7 personen in de ruimte tussen verschillende stations, waar briefjes met vooraf geformuleerde vragen aangebracht zijn. De deelnemers discussiëren enkele minuten over de vragen, na de discussie lopen alle groepen gelijktijdig naar het volgende station. Zijn de groepen weer bij het beginstation aangekomen, eindigt de oefening en worden de resultaten in groep verzameld.
Net als bij de andere oefeningen in dit artikel is ook het stationsgesprek beter in een heterogene groepssamenstelling. Om de oefening vlekkeloos te laten lopen, moet u minstens net zo veel vragen voorbereiden als er groepen zijn. Te veel stations maken de oefening onnodig lang, maar er moet wel voor elke groep minstens één station voorhanden zijn.
Neem bij de nabeschouwing voldoende tijd om de resultaten en meningen van de afzonderlijke groepen nauwkeurig vast te leggen. In stationsgesprekken kunnen van groep tot groep verschillende meningen worden gevormd, omdat elke groep in een eigen volgorde over de vragen discussieert en dus andere voorkennis en andere motivaties in de discussie inbrengt. Een stationsgesprek kan daardoor op een overtuigende manier bewijzen dat verschillende perspectieven ook altijd verschillende meningen voortbrengen. Vooral aan het begin of einde van een workshop kan dat uw deelnemers wakker schudden en empathie voor de standpunten van anderen opwekken.
Dit kan je ook interesseren
Wat denkt u: hoe ergonomisch is uw werkplek? Kijk eens in uw kantoor of bedrijf rond. Let op dingen zoals meubels, de inrichting van uw werkplek, de lichtom...
Lees verder Wat is coworking en wat is een coworkingspace?
De tijd waarin het de norm is om van 9 tot 17 uur op kantoor te zitten komt op een einde. Vooral voor jonge generaties is het belangrijk om flexibele werkur...
Lees verder Werkpauzes op de juiste manier gebruiken: de beste tips
Met name als er een heleboel werk op u afkomt, denkt u er zelden aan om echt pauze te nemen. Korte onderbrekingen zijn echter enorm belangrijk om fouten te ...
Lees verder